vrijdag 6 januari 2017

Waar zijn de woorden...

Ik merk dat mijn hoofd een beetje stil is van alle veranderingen. 
Afgelopen tijd is er natuurlijk van alles veranderd en kwam het leven in een woeste stroomversnelling. 
Nu een aantal ingrijpende dingen ook daadwerkelijk zijn veranderd en het leven weer in wat rustiger water komt, is mijn hoofd er even stil van. 
Veel tekst en veel beeld is er nu dus niet.

In de tussentijd gaat mijn schrijversopleiding gewoon verder en moet ik daar natuurlijk wel dingen voor schrijven. De ene opdracht gaat met iets makkelijker af dan de andere. De ene opdracht sluit ook  meer aan bij mijn schrijfstijl dan de andere. Ik merk dat wanneer ik heel dicht bij mezelf, mijn gevoelens en mijn belevenissen blijf, dat ik dan wel een goed verhaaltje kan maken. 
Één van mijn laatste opdrachten was de volgende:

Verzin een personage waarover je een vertellend fragment schrijft. Schrijf daarna een vertonend fragment waarbij je personage van deze module interactie heeft met je net verzonnen personage.

De hereniging
Tien jaar geleden was haar zus naar dat gat in Frankrijk verhuisd. Hoe dat feestbeest in dat kleine gat kon overleven, was haar een raadsel. In ieder geval, de zus zoals zij die kende zou het daar niet overleven.
Van stapavond, naar feestje, naar festival leefde die. Tussendoor werkte haar zus wel dacht ze, maar daar zag ze nooit iets van.
Veel feestjes zullen er niet gevierd worden in dat Franse gat. En met wie zou haar zus die feestjes nu moeten vieren? Misschien was ze sinds die ene dag wel veranderd. Die ene dag, elf jaar geleden.
Trouwens nu haar zus ziek is zal er überhaupt niet veel gefeest worden. En een feest zal de hereniging na elf jaar ook niet zijn dadelijk…
Met een wild kloppend hart draaide ze het kleine weggetje op en reed zachtjes verder terwijl ze zoekend om zich heen keek. Ze zag nog geen huis in het heuvelachtige landschap. Ze trommelde met haar vingers op het stuur en keek uitgebreid om zich heen. Daar, een huis, dat zal het zijn.
Terwijl ze het erf oprolt met de auto, ziet ze iemand op de veranda in een schommelstoel zitten. De auto komt net voor de veranda tot stilstand. De motor valt stil.
En ze staart. Ze staart naar de kale vrouw terwijl haar hart wild bonkt, alsof het haar borstkast uit wil. Haar knieën beven licht, alles beeft licht, alsof ze het koud heeft. De vrouw op de veranda staart terug, staat langzaam op en steekt haar hand op.

Met trillende vingers duwt ze de autodeur open en stapt onhandig uit. Met haar vingers spelend zegt ze: ‘Ik ben er.’

Ik heb een tijdje gezocht naar het juiste verhaal, de juiste toon en de interactie. Dat laatste zit er niet zo veel in, maar er moet ook niet teveel gepraat worden in verhalen vind ik. Ik vond de spanning naar de interactie toe veel makkelijker te beschrijven en ook veel spannender. Daar kon ik me echt iets bij voorstellen. Maar wat je dan zegt, als je elkaar na zo lange tijd weer ziet? Ik heb geen idee. Ik vond het ook wel weer spannend om dat nog even open te laten.



2 opmerkingen:

  1. Dit smaakt naar meer! Leuk om te doen, lijkt mij.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. 😊 dank je. Het is zeker leuk om te doen, maar bij sommige opdrachten moet ik echt heel diep graven. Dat zijn dan ook opdrachten die ik niet deel 😎

      Verwijderen